VoorspellingsmethodenEr zijn twee voorspellingsmethoden: de culminatiemethode en de harmonische analyse. Beide methoden kennen als eerste een getij-analyse, waarbij men aan de hand van waarnemingen over langere tijd tabellen maakt. Vervolgens kunnen hiermee voorspellingen worden berekend. De culminatiemethode
De theorie van de culminatiemethode grijpt direkt terug op de theorieën
van Newton. Het woord 'culmineren' betekent het hoogste punt bereiken.
De methode zet de tijd en de stand van hoog- en laagwater af tegen astronomische
waarden en dan met name het tijdstip waarop de maan op het hoogste punt
staat, de zgn. maansdoorgang. De methode is daarom vooral goed te gebruiken
in gebieden met een dubbeldaags getij. Andere astronomische variabelen
die bij de methoden worden gebruikt zijn de maansdeclinatie (de hoek van
de maan met de aardequator), de maanparallax (een maat voor de afstand
van de maan tot de aarde) en het seizoen. Vanaf 1965 zijn de getijvoorspellingen
aan de hand van deze methode berekend met behulp van een computer. De harmonische analyse
Voortbordurend op de ideeën van Johannes Kepler (1571-1630), Isaac Newton
(1642-1727) en Pierre Simon de Laplace (1748-1827) hebben William Thomson,
later Baron Kelvin (1824-1907) en George Darwin (1845-1912), de zoon van
Charles Darwin, de methode voor de harmonische analyse ontwikkeld. Het
getij wordt hierbij weergegeven als de som van een aantal sinusoïden,
waarvan de perioden corresponderen met die van de bewegingen van de zon
en de maan. Een sinusoïde is dus een harmonische component, die wordt
gekenmerkt door een golflengte en een amplitude. Aangezien we de bewegingen
van de aarde, de maan en de zon precies weten, kunnen we de belangrijkste
componenten (dus golflengten) van tevoren al precies definiëren. De amplituden
en fasen worden vervolgens met behulp van de kleinste kwadratenmethode
afgeleid uit waterstandsmetingen. Momenteel worden op een groot aantal
meetstations 10-minuten waarden van de waterstanden gemeten en centraal
bij het RIKZ geregistreerd. Deze meetreeksen worden gebruikt voor het
afleiden van de componenten. Aan de hand van de afgeleide componenten
worden de hoog- en laagwaters berekend, die vervolgens in de getijtafels
worden gepubliceerd.
|
|