Leeftijd van het getij

Als de getijgolf in de Noordzee aankomt, dan heeft zij een flinke reis achter de rug. Het grootste gedeelte van de Atlantische Oceaan is dan immers al doorkruist. De tijd tussen het ontstaan van een hoogwater in de Zuidelijke IJszee en de aankomst van datzelfde hoogwater noemt men de leeftijd van het getij. Afhankelijk van waar u zich bevindt, kan het getij dus jong, oud of zelfs hoogbejaard zijn. Ter hoogte van Brest bijvoorbeeld is de getijgolf ongeveer 29 uur jong. In IJmuiden daarentegen komt het getij pas 52 uur na de geboorte aan. Dit vanwege een langere route om de Britse eilanden heen. Voor de gehele Nederlandse kust geldt dat het getij al meer dan 2 dagen oud is.


Als de getijgolf zich bij de Britse eilanden bevindt, dan beVoortplanting getij Noordzeetreedt zij de Noordzee vanuit twee verschillende richtingen. Ten eerste beweegt de golf zich verder westelijk langs de Ierse en Britse kust naar het noorden en stroomt dan om Schotland heen. Omdat de opening daar het grootste is, zorgt deze tak van de getijgolf voor het grootste effect in de Noordzee. De Corioliskracht dwingt de stroom een soort cirkelbeweging tegen de klok in te maken door de Noordzee. De getijgolf plant zich daardoor voort langs de Britse kust naar het zuiden en wordt vervolgens omgebogen langs de Belgische en Nederlandse kust weer naar het noorden, richting Denemarken en Noorwegen.
Een ander deel van de Atlantische getijgolf nadert het Kanaal vanuit het zuiden met een gemiddelde snelheid van 200 meter per seconde en wordt daar vervolgens grotendeels geblokkeerd. Hierdoor ontstaat stuwing van het water, wat resulteert in een groot tijverschil aan de zuid-Engelse en Normandische kusten. Als de stroom zich door het Kanaal heeft geperst, dan is zij al een groot gedeelte van haar snelheid en kracht kwijt en heeft daardoor aan onze kust nog maar weinig invloed.

Door veel waarnemingen te doen (en deze in wiskundige modellen te verwerken) is het mogelijk op de Noordzee lijnen te trekken waar gelijktijdig hoogwater bestaat. Deze zgn. 'cotidal lines' kunnen voor zowel de maansinvloed als voor de zonsinvloed worden getekend. De lijnen van het overheersende dubbeldaagse maansgetij in de figuur laten zien dat er op de Noordzee twee punten bestaan, waar de lijnen samenvallen en waar het getij omheen draait. Op deze knooppunten komt vrijwel geen getijbeweging voor. Zij worden amfidromieën genoemd.


vorige bladNaar volgende pagina